RSS Feed

Japanse meeuw

Japanse meeuwtjes

Lonchura striata domestica

De Japanse meeuw is in de 18de eeuw door Japanse vogelkwekers gekweekt uit Chinese voorouders, waarschijnlijk spitsstaartbronzemannetjes en andere vogels uit het Lonchura-geslacht. De Japanse meeuw komt dus niet in de natuur voor. Het is een rustige en sterke vogel die inmiddels in veel kleurmutaties voorkomt en zodoende ook een gewaardeerde tentoonstellingsvogel is.

Grootte

11 - 12 centimeter

Geslachtsonderscheid

Japanse meeuwen hebben geen uiterlijke geslachtskenmerken, maar het mannetje zingt als enige. De zang stelt overigens weinig voor.

Sociale eigenschappen

Japanse meeuwen kunnen prima met andere kleinere vogels in een gezelschapsvolière gehouden worden. Japanse meeuwen zijn erg bescheiden en kunnen zich laten verdringen door brutalere soorten zoals zebravinken of diamantvinken. U kunt ook meerdere koppels Japanse meeuwen houden, alleen komt er dan weinig van broeden terecht omdat de vogels met zijn allen in een nestkast zullen kruipen.

Huisvesting

Japanse meeuwen zijn uitstekend te houden in een volière of (broed)kooi voor kanaries. Zorg voor houten zitstokken die variëren in dikte, om te voorkomen dat hun nagels te lang worden en geknipt moeten worden. Biedt ze ook regelmatig een badje aan. In een buitenvolière is een onverwarmd maar tochtvrij nachthok voldoende.

Voeding

Japanse meeuwen eten hoofdzakelijk een zaadmengsel voor tropische vogels, aangevuld met eivoer en groenvoer. Ze moeten altijd de beschikking over grit, maagkiezel en sepia hebben. Tevens eten ze graag wat kiemzaad in de broedperiode.

Kweken

Japanse meeuwen zijn gemakkelijk te kweken, het zijn zelfs zulke goede ouders dat ze vaak gebruikt zijn om andere vogels, zoals gouldamadines, groot te brengen.

Japanse meeuwen geven de voorkeur aan een halfopen nestkastje van 12*12*12 cm, het broedkoppel zal hierin een nest maken van het beschikbare nestmateriaal. Het popje legt vijf tot zeven eitjes en vanaf het vierde eitje zullen de pop en man afwisselend broeden, 's nachts zullen ze samen op het nest zitten. Na 14 dagen komen de eitjes uit en zullen de beide ouders de jongen voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit, maar ze zullen 's nachts nog wel samen met hun ouders op het nest slapen. Om te voorkomen dat de ouders direct weer met een nieuw nest beginnen doet u er verstandig aan het nestje na een week weg te halen. Als de jongen helemaal zelfstandig eten - meestal wanneer ze 5 weken oud zijn - kunnen ze van hun ouders gescheiden worden. Na drie maanden zijn de jongen al helemaal op kleur. Hoewel de jongen al veel eerder broedrijp zijn, kunt u het beste minimaal negen maanden wachten voor u ze voor de kweek inzet.

Houdt er bij het koppelen van Japanse meeuwen rekening mee dat u geen kuif * kuif selecteert omdat een deel van de jongen mogelijk niet levensvatbaar zal zijn. Kweek ook niet generaties lang wit * wit omdat deze vogels vaak zwakker zijn en vaker last van staar hebben.

Bijzonderheden

Japanse meeuwen worden meestal zo'n 5 tot 6 jaar oud, maar er zijn ook uitzonderingen van 10 jaar oud bekend.

Het is zelfs mogelijk om een nest te laten uitbroeden en grootbrengen door twee mannetjes of popjes.

In het Japans heten deze vogels 'Jushimatsu', dat 'tien zusters' betekent en waarschijnlijk duidt op hun goede vruchtbaarheid.