Ademhalingssysteem van vogels
Vogels hebben een zeer efficiënt respiratiesysteem, mogelijk tot tien keer efficiënter dan dat van zoogdieren. Dit komt onder meer door de continue doorstroom van zuurstofrijke lucht door de longen, die vogels nodig hebben voor hun hoge energieverbruik wanneer ze (snel of hoog) vliegen.
Longen
De stijve en sponsachtige longen van vogels bestaan uit vele kleine longpijpen (parabronchiën). Hier stroomt dus continue zuurstofrijke lucht door en vindt de gaswisseling plaats; Om de parabronchiën zijn haarvaatjes gespiraliseerd, het bloed dat hier door stroomt staat koolstofdioxide af aan de lucht in de parabronchiën en neemt er zuurstof uit op.
Luchtzakken
Een ander belangrijk onderdeel van het ademhalingssysteem zijn de luchtzakken, die zowel achter als voor de longen te vinden zijn (achterste- en voorste luchtzakken). De meeste vogelsoorten hebben er negen. Luchtzakken bestaan uit een dun vlies en vullen zich tijdens de inademing met lucht. Op die manier vormen ze een luchtreservoir zodat tijdens de uitademing wederom zuurstofrijke lucht door de parabronchiën stroomt (zie bovenstaand figuur).
In deze animatie (scrollen) is te zien dat er altijd zuurstofrijke lucht door de parabronchiën stroomt en dat de lucht maar in één richting door de parabronchiën stroomt.
De ademhalingsfrequentie verschilt per soort, de grasparkiet haalt in rust 80 tot 100 keer adem per minuut tot ongeveer 800 keer tijdens de vlucht.